Aan de veiligheidssnufjes en de super afwerking is niet geraakt. Tussen de ruime Volvo V70 en de kleinere V50 gaapte een gat, waar de Zweedse Chinees nu de V60 break in gepropt heeft. Die valt niet zozeer op door zijn koffervolume (nauwelijks 50 liter meer dan de S60 berline), maar wel door zijn stijl voor een break – excuseer, Sports Wagon. De V60 wil verleiden zoals alleen een Alfa dat kan. Hij lijkt dan ook in niets nog op de werkpaarden die de eerdere Volvo breaks zijn. De Zweedse designers bekennen overigens dat ze hun inspiratie vooral uit coupés gehaald hebben.
Zoals de XC60 hem voordeed, moet de V60 vooral klanten weten te lokken onder een publiek dat traditioneel hoofdzakelijk bij Duitsers zweert. In dit geval gaat het dan om liefhebbers van de BMW 3 touring, de Mercedes C break of de Audi A4 Avant.
Ruim, maar niet reusachtig
De V60 is breder en hoger dan zijn concurrenten. Ook in de lengte (4,62 meter) steekt hij boven de middelmaat uit. De koffer daarentegen is met 420 liter maar gewoontjes. Toch heeft Volvo oog voor de praktische kant, met onder andere een in drie delen neerklapbare achterbank (40/20/40). Die kan helemaal plat om een vlakke laadvloer vrij te maken, en ook de leuning van de passagierszit gaat plat (een Volvo traditie), waardoor je lange voorwerpen makkelijk een plaats geeft.
Vooraan vinden we opnieuw de opvallende boordplank terug met zijn geborsteld aluminium inlegwerk. Deze designtoets schenkt het interieur de nodige lichtheid en onderstreept de afwerkingskwaliteit. Jammer genoeg is de versnellingspook wat te ver naar achter ingeplaatst, een ergernis die je kilometer na kilometer meer begint te ergeren.
Veiligheid
Zoals altijd maakt Volvo zijn werk van veiligheid. Passief is er een batterij airbags. Maar ook actief, met bijvoorbeeld City Safety. Dit systeem herkent overstekende voetgangers en zal zelf remmen wanneer de bestuurder niets onderneemt. Een moment van verstrooidheid wordt zo mooi opgevangen. Daarnaast heeft Volvo de stabiliteit in de bochten verbeterd door een tractiesysteem dat het wiel aan de binnenant van de bocht wat afremt bij een overenthousiaste rijstijl. Dit systeem vind je ook al bij andere constructeurs. Het helpt onderstuur te bestrijden, ook al stelt het de remmen soms op de proef.
Beste keuze: D3
Op de weg lost de V60 zijn sportieve belofte niet helemaal in, ook al zijn de V60’s voor de Europese markt allen standaard uitgerust met de dynamische chassisafstelling. De V60 reageert veilig, gezond, maar niet echt enthousiast. Het stuur gaat goed mee bij het insturen van de bocht, maar mist feeling bij het uitsturen, wanneer je het terug recht brengt.
Het goede nieuws komt van Volvo’s nieuwe – eigen – 2.0 turbodiesel, een afgeleide van de 2.4 D5. Deze D3 met 163 pk blijft een vijfcilinder, met een sympathieke klank en een reuzenkoppel (400 Nm). Vergeet de Powershift versnellingsbak, veruit de minst overtuigende van alle dubbele koppelingsbakken. De gewone manuele zesbak is beter en goedkoper.
In november landt de V60 bij de dealers. In eerste instantie zijn er 3 motorisaties: D3 (32.200 euro), D5 205 pk (36.650 euro) en 1.6 T3 turbo benzine met 150 pk (30.650 euro). In de lente van 2011 volgen de 1.6 DRIVe (CO2: 119 gr/km) en de T4 met 180 pk. De T6 met 304 pk zou niet in België worden ingevoerd.