De zogenaamde Chopper ontstond in 1948. In dat jaar werden er in Californië voor het eerst motoren door hun eigenaren omgebouwd tot motoren met een minimale uitrusting. Het ging hierbij doorgaans om motoren van het merk Harley-Davidson. Het hoofdzakelijke doel van deze radicale actie was de voorheen erg logge voertuigen van onnodige ballast te bevrijden en ze daarmee sneller en wendbaarder te maken. Chop is een Engels woord en betekent afhakken.
De Chopper motoren werden legendarisch door de bioscoopfilm Easy Rider uit 1969. Sindsdien wordt er met een Chopper in het algemeen een motor met een vlak liggende en meestal relatief lange voorwielvork bedoeld, een uitrustingskenmerk dat men gekopieerd had van de destijds gangbare racevoertuigen zoals bijvoorbeeld de Dragster. Deze voertuigen hadden het voordeel dat ze zelfs bij hoge snelheden een stabiele wegligging hadden. Maar het nadeel was dat vanwege de ontoereikende bestuurbaarheid vooral het nemen van bochten voor problemen zorgde. Een verdere rijtechnisch relevante tekortkoming van de Choppers is het soort stuur dat voor deze categorie gebruikt wordt. In de omgangstaal worden ze buckhorn of apehanger genoemd. Daarbij zijn ook de voetsteunen van de motor niet zelden ver naar voren geplaatst, waardoor de bestuurder een soort liggende positie inneemt. Ook hier speelde bij de ontwikkeling van de Chopper optiek een veel grotere rol als het eigenlijke weggedrag.
Chopper motoren bestaan inmiddels in verschillende types. De zogenaamde Bobber kenmerkt zich bijvoorbeeld doordat het voorste spotbord gedemonteerd werd en over het achterwiel werd geplaatst. Het voorwiel ligt daarom helemaal bloot bij een Bobber. Het voertuig dankt zijn pakkende naam aan het feit dat de vooral voor de Harley-Davidson karakteristieke sierlijke kromming van het voorste spatbord, de zogenaamde Bob, nu in plaats van het voorwiel het achterwiel siert. Deze verbouwing, die in het vakjargon schertsend Bob job genoemd wordt, diende net als bij de oorspronkelijke Chopper om de topsnelheid te verhogen maar ook om het voertuig een sportiever en tegelijkertijd racetypisch uiterlijk te geven.
De Low Rider, een lage, langgerekte motor heeft nog meer met de Dragster gemeen. Low Riders hebben in plaats van hoge sturen namelijk vlakke Drag bars. Een Zweedse Chopper is een motor met een sterk gereduceerde uitrusting. Hierbij zijn zoveel mogelijk onderdelen gedemonteerd. Niet zelden gaat het hier ook om de koplampen, tachometer en andere onderdelen die eigenlijk onmisbaar zijn voor het rijden in het openbare verkeer.
Vanwege de grote belangstelling voor dit motortype begon de motorindustrie vanaf de jaren 80 normale straatmotoren in serieproductie te nemen die waren uitgerust met chopperachtige kenmerken. Echte Chopper-kenners bestempelden deze modellen minachtend als Softchoppers.
Een bekend en geliefd motortype met kenmerken van de Chopper is de Cruiser. Deze is dankzij zijn speciale vormgeving met een lage zitpositie en een slechts lichte buiging van de knieën gemaakt om comfortabel lange tochten te maken. Op de Cruiser zit de bestuurder rechtop. Met zijn grote motoren (V2-motoren) rijden deze voertuigen relatief geluidsarm. Bekende Cruiser-modellen zijn de Harley Davidson FLSTF Fat Boy, Kawasaki VN-serie, BMW Cruiser serie C en de Moto Guzzi California.