Een zelfdragend chassis en kleine wielen, een kettingloze aandrijving, een carrosserie in een tijdloos ogend design die beschermt tegen weersinvloeden en een langgerekte zitting voor twee passagiers: met deze constructiekenmerken onderscheidde de in 1946 voor het eerst gepresenteerde Vespa zich van de tot dan toe gebruikelijke motorfietsen. Achter het concept van de innovatieve scooter zat de Italiaanse voertuigfabrikant Piaggio, die later met Aprilia, Malaguti en Derbi veel traditierijke motorfietsfabrikanten onder één dak verenigde. De Vespa (Italiaans voor wesp) bleef decennialang één van de pronkstukken van fabrikant Piaggio, die van Vespa binnen het concern een eigen merk maakte voor klassieke scooters in Italiaans design. De scooters met het Vespa-logo groeiden echter ook uit tot cultvoertuigen en droegen wezenlijk bij aan het feit dat zich in veel landen scooterclubs en een actieve scooterscene ontwikkelden.
Eén van de redenen waarom de Vespa een cultobject en voor velen het toonbeeld van scooters werd, is het feit dat de hoofdlijnen van het designconcept sinds de presentatie van de oer-Vespa in 1946 zo goed als onveranderd zijn gebleven. Dit designconcept werd later ook als ‘retrolook’ door andere scooterfabrikanten opgepakt. De Vespa’s veranderden in de loop der tijd qua uiterlijk daadwerkelijk zo weinig, dat ze ondanks hun technische verderontwikkeling en de uitbreiding van het modelpalet met scooters van verschillende cilinderklassen hun nostalgische imago konden bewaren.
Na de introductie van de oer-Vespa met de 98 cc tweetaktmotor begon Piaggio zijn scootercollectie uit te breiden met beter presterende scooters zoals de Vespa 125. Deze haalde in de raceversie tot wel 130 km per uur en gold als voorloper van de vanaf 1955 gebouwde seriemodellen Vespa 150GS en Vespa 160GS. In 1963 bracht de fabrikant met de Vespa 50 en de Vespa 90 voor het eerst kleinere scooters uit de 50 cc en 90 cc klasse op de markt. In de jaren ‘70 voerde Piaggio vervolgens met de Vespa ET3 een serie scooters in met elektrische ontsteking.
Met de Vespa S, de Vespa LX en de optisch op de Vespa-scooters uit de jaren ‘60 lijkende serie Vespa LXV had de fabrikant instapmodellen met een cilinderinhoud van 50 cc en 125 cc in de collectie. De Vespa PX scooters dekten het spectrum aan scooters met 125 cc en 150 cc. In de klasse van de 250 cc scooters was de constructeur uit Italië met de Vespa GTS vertegenwoordigd. Het topmodel was de Vespa GTV met een cilinderinhoud van 300 cc.